SVT kan heel trots zijn op het enorme legioen vrijwilligers dat zich inzet voor de club. Iedere maand interviewt Annemarie Kasper een van hen. De interviews met Willy Kruit, Robert Jansen, Annie Klasen en Andries van der Hoek kun je teruglezen door op hun namen te klikken.
Ik zit helemaal in de ‘interview-flow’. Jan Reijntjes is een van de volgende vrijwilligers op het nominatielijstje van het bestuur. Op een regenachtige zaterdag zie ik zijn garagedeur open staan en besluit ik de gok te wagen. Jan moet nog wel even de bosmaaier ophalen op het sportveld, want: de eendenkooi moet nog worden schoongemaakt. “Bij het Zandgat. Ken je dat niet?” Hij is net klaar met de afwas en heeft wel even tijd voor een praatje.
“Wij belandden in 1988 in Tynaarlo”. Niet veel later startte ook Jans carrière bij SVT: “Na een jaar zeejd’n ze: je kunt wel help’n in de kantine!” De club mensen die de kantine draaiende hield heette ‘De Ordedienst’ en bestond toen uit zes personen: “Jan de Vries, Henk Venema, Klaas Kleef, Hein van Dalen…” Jan veert op. “Allemaal mannen, inderdaad”. Later die middag blijkt dat Jan me gebeld heeft. Want wie waren ook alweer die andere twee? “Jan Veldhuizen en Janny Kregel.” Toch nog een vrouw, dus!
Jan was in die tijd zeker vier keer per week op het sportveld te vinden: op dinsdag- en donderdagavond, én in het weekend, op zaterdag en zondag. “Ik ging om 8 uur ’s ochtends heen om alles klaar te maken. Als Judith Veldman en Geesje Leuning binnenkwamen om af te lossen, dan gingen wij weer naar huis.” Jan hield het kantinewerk vele jaren vol. “Drie jaar geleden ben ik geopereerd aan mijn heup. Toen ben ik gestopt in de kantine.” Niet om gezondheidsredenen overigens, want Jan is dik tevreden met zijn nieuwe heup!
De meesten zullen Jan ook kennen van de groencommissie. Trots laat hij mij het sportkrantje zien, waarin zijn gegevens aan de binnenzijde staan, omdat hij contactpersoon is voor deze commissie. “De commissie houdt alles rond het sportveld netjes.” Zo’n 20 jaar geleden volgde hij Jan Roel Lammers op. “Elke woensdagochtend ga ik om 8 uur naar de sportkantine om koffie te zetten. Tussen kwart over 8 en kwart voor 9 komt de rest binnen. Daarna gaan we aan de slag. Ik maak de prullenbakken leeg en ik was spullen af.” Het verbaast me niets als ik hoor over weer een ‘typisch Tynaarlose traditie’: “Om half 12 ’s ochtends krijg’n wij altijd iets te drinken, én… een halve rookworst!”
Jan is een actief man naast het vrijwilligerswerk voor SVT. Op woensdagmiddag, na het werk voor de groencommissie, vertrekt hij naar Zuidlaren: “om te kegelen! Dat doe ik al sinds begin jaren ’90.”
Ik vraag Jan of hij de oudste vrijwilliger is. Trots knikt hij. “Schat eens?”. Oeh, ik heb me in de nesten gewerkt. “Ik ben in de 90, in mijn 90e jaar dus!”. 89 jaar, het is hem niet aan te zien. Jan somt op hoe hij fit blijft: “Ik zit bij twee kegelclubs, in Vries en Zuidlaren. Ik kaart bij twee kaartclubs: in de kantine én in het Achterhoes. Nee, niet ‘huis’! Hoes! En ik zit bij koersbal, ook in het Achterhoes. Daar zit ik op de cent’n te passen” (lacht). “Weet je wel hoe ze dat noem’n? ‘Puut’nholder’!”
Daarnaast is Jan een actief tuinman: “Ik verbouw van alles. Groenten en aardappels. Alles zit nu praktisch in de grond. Alleen de bonen nog niet. Daarvoor moet het eerst 25 graden zijn. Wist je dat niet?” Nee, mij maak je alles wijs. “Ik zit in de overgang van Gronings naar Drents!”. Ook dat moet hij even uitleggen en het blijkt te maken te hebben met de manier waarop je een moestuin aanlegt. Vanuit het kamerraam hebben we een mooi uitzicht op zijn tuin, die grenst aan de Zuidlaarderweg. Jan wijst: “Drent’n loop’n d’r een potje deur. Ik heb alles in akkertjes”. Hij wijst me een stukje aan waar al wat groens opkomt. “Doezendschoonders”. Het wachten is op nog meer bloemen, zoals chrysanten.
Leuk dat ik ook een foto mag maken. Jan mag uiteraard kiezen waar, met wat op de achtergrond. “Je weet wel dat ik veel heb meegemaakt, hè.” Hij gaat voor een kastje staan met foto’s van al zijn geliefden.
Ik vraag Jan of ik hem de uitgewerkte tekst van het interview zal mailen, maar hij heeft niets met online. “Zet het maar in het krantje. Je hebt alles toch goed opgeschreven?” Bij deze, Jan! Ik hoop dat ik alles goed heb verwoord!
Ik bedank Jan voor zijn tijd en wil net vertrekken als hij vraagt: “Maar wie ben jij dan eigenlijk?” en moet lachen. Ik vertel dat ik in Tynaarlo altijd ‘vrouw van Klaas’ wordt genoemd. “Ach verrek, dat weet ik ook wel. Wij bent wel eens saom’n opfietst”. Dat klopt. Maar samen… Ik werd destijds namelijk ingehaald door Jan, op de terugweg van de Zuidlaardermarkt. :-)
Fietsen doet hij nog steeds graag, én veel, zo blijkt. “Dankzij mijn nieuwe heup! In drie jaar tijd staat er al 9000 kilometer op de teller!”